- afgezonderd
- {{afgezonderd}}{{/term}}1 [m.b.t. zaken] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 isolé2 [m.b.t. personen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 seul; 〈bijwoord〉 en reclus♦voorbeelden:2 hij leefde afgezonderd • il vivait en solitaireafgezonderd wonen • habiter en reclushij stond van de anderen afgezonderd • il se tenait à l'écart des autres
Deens-Russisch woordenboek. 2015.